Het begrijpen van sarcopenie met Md PhD Sandra De Breucker

08 dec. 2022

In deze aflevering van de Mintt Academie helpt Sandra De Breucker, Hoofd geriatrie van het Erasmus Ziekenhuis u sarcopenie beter te begrijpen.

Sarcopenie komt uit het Grieks en betekent letterlijk « verlies van vlees ». Het staat voor het verlies van spiermassa door het ouder worden, een fysiologisch verschijnsel. Mensen verliezen tussen de leeftijd van 20 en 80 jaar ongeveer 30% van hun spiermassa. Als dit nog wordt gecombineerd met niet-fysiologische gevolgen gelinkt met ziekten als kanker, ademhalingsinsufficiëntie of hartfalen, dan verliezen patiënten versneld spiermassa. Dit veroorzaakt op een bepaald moment spierzwakte wat kan leiden tot een verhoogd valrisico, zwakte, een gevoel van permanente vermoeidheid, een gebrek aan zin in dagelijkse activiteiten en dus een verlies van autonomie en levenskwaliteit.

Om sarcopenie te kunnen vaststellen, let men op drie parameters. De eerste is spierkracht. Als je ziet dat iemand een verzegelde fles water niet meer kan openen, is dit waarschijnlijk een eerste teken. Er is niet meer voldoende kracht om verzegelde flessen te openen. Dit is een eerste manier om de situatie te beoordelen.

De tweede is het beoordelen van de hoeveelheid spiermassa. Hiervoor moeten we technologie inzetten. Maar we kunnen ook zelf veel zien. Als een persoon gewicht verliest, of de ruimte tussen de vingers sterk toeneemt, of de arm- of beenspieren zich sterker aftekenen dan is er waarschijnlijk sprake van sarcopenie.

Het derde kenmerk zijn de lichamelijke gevolgen van sarcopenie: bij een beperktere spiermassa ondervinden mensen meer moeite om te bewegen en kan hun stapsnelheid afnemen. Als iemand zegt dat hij geen zin meer heeft om buiten te komen omdat hij zich bij de geringste inspanning al moe voelt en zijn stapsnelheid echt is afgenomen, dan zijn dit factoren die wijzen op sarcopenie. Het is een verschijnsel dat best vroeg wordt opgespoord, want bij een vroege behandeling kan het proces worden gestopt en kan de spierfunctie van ouderen zelfs worden verbeterd.

Men moet beseffen dat ouder worden niet betekent dat je geen spiermassa meer opbouwt. Het kan nog steeds, ook al verloopt dat moeilijker: bij eenzelfde hoeveelheid opgenomen eiwit zal er minder spieraanmaak zijn, maar ook ouderen kunnen nog spieren aanmaken. Goed advies is noodzakelijk om sarcopenie te stoppen. Dat betekent ten eerste regelmatig aan lichaamsbeweging doen. Hoe noemen we regelmatige lichamelijke activiteit? Concreet is dat minstens drie keer per week echt goed bewegen. Je huishouden doen telt niet! Je moet het huis uitgaan, gaan wandelen, zwemmen, tennissen, enz. Eén uur, minstens drie keer per week. Dat is de eerste advies.

Is de sarcopenie al aanwezig, dan moet je meer doen: elke dag ten minste een half uur bewegen om de spieraanmaak te versterken. En na de fysieke activiteit moet je voldoende eiwitten innemen. Na een training wil je lichaam graag spiermassa opbouwen en daarvoor zijn eiwitten nodig. Zo bevorder je de kansen op spieropbouw.