Hoe verandert gerontechnologie de geneeskunde?

Bepaalde technologieën maken het nu mogelijk de zorg voor ouderen te ondersteunen en vroeg in het verouderingsproces passende acties voor te stellen om de best mogelijke levenskwaliteit voor onze ouderen te behouden.

Het aantal technologieën of "gerontechnologieën" ter ondersteuning van het ouder worden is sinds de jaren zestig toegenomen. Dit geldt met name voor valpreventie.

Wearables", kleine technologische hulpmiddelen die zijn uitgerust met autonome sensoren, maken het reeds mogelijk veel informatie te verzamelen. Zo blijken GPS-chips in de vorm van aangesloten armbanden waarmee bewoners geolokaliseerd kunnen worden, nuttig te zijn om het dwalen van ouderen in goede banen te leiden. Alarmen die als hangers worden gedragen, stellen mensen in staat met één druk op de knop verzorgers te waarschuwen. Polsbandjes met een versnellingsmeter kunnen een verhoogde polsslag of een plotselinge val detecteren.

Het grootste nadeel van deze gerontologische apparaten is dat ze altijd moeten worden gedragen en dat de batterijen moeten worden opgeladen. Daarom zijn nieuwe oplossingen op basis van bewegingssensoren in opkomst.

De universiteit van Missouri heeft bijvoorbeeld aangetoond dat computer vision technologieën het lopen kunnen analyseren. Een loopsnelheid van minder dan 0,8 m per seconde wijst bijvoorbeeld op een hoog valrisico.

In België is er een oplossing op basis van kunstmatige intelligentie die het gedrag in real time analyseert met behulp van bewegingsdetectoren. Het systeem heet ISA (Intelligent Sensing for Ageing), is autonoom, hoeft niet door de bewoner te worden gedragen en kan alle soorten valpartijen detecteren door zich aan te passen aan de configuratie van de kamers waarin de sensoren zijn geïnstalleerd.