Bewoners beseffen het valrisico en het is onze taak als kinesist om hen pistes aan te reiken om snel en doeltreffend te reageren als ze toch zouden vallen. Als je op de grond ligt, moet je in eerste instantie reageren in functie van de pijn.
Als de pijn te hevig is, moet je vermijden om te steunen op armen of benen. Indien mogelijk moet men proberen op de zij en dan op de buik te draaien. En dan proberen om op de knieën te gaan zitten en eventueel op handen en voeten bij een meubel te komen. Wie dit kan, kan op dit meubel steunen om op te staan. Lukt dit niet, dan blijf je best op handen en voeten en probeer je een communicatiemiddel te bereiken om hulp te roepen.
Om bewoners te helpen om gemakkelijker op te staan na een val, kan men spierversterkende oefeningen voorstellen, vooral voor de triceps en de quadriceps. Dit kan in de kinesessie of tijdens de workshops rond evenwicht. Men kan bijvoorbeeld voorstellen om spelenderwijs voorwerpen van de vloer op te rapen en zo te werken rond de zit-naar-stand-houding. We vermijden om hen bewust op de grond leggen, dat is te ingewikkeld, maar we geven tips om te kunnen opstaan na een val.
Ze krijgen ook folders waarin de patiënten hun kameromgeving kunnen zien. En we gaan na of het meubilair goed geplaatst is om valpartijen te vermijden.
Zelfvertrouwen is een sleutelfactor voor valangst. Het heeft een hoge impact op het valrisico bij ouderen. We proberen hieraan te werken en onze oefeningen aan te passen aan het zelfvertrouwen en de lichaamsbouw. We kijken eerst of de bewoner te weinig zelfvertrouwen heeft en welk beeld hij van zijn lichaam heeft. Hier werken we dan aan en de oefeningen evolueren naargelang de bewoner zich bewust is van het gevaar dat hij loopt. Vervolgens nemen we oefeningen die zijn aangepast aan de bewoner, aan zijn zelfvertrouwen, zijn valangst, het beeld van zijn lichaam in de ruimte en eventuele spierdeficiënties.